Lijst met woorden van 10 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 14 woorden van tien letters bevattend met TBIJbetaalt␣bij komt␣bijeen ontbijtend ontbijtjes plaatst␣bij schaaft␣bij schenkt␣bij schoolt␣bij schuift␣bij springt␣bij uitbijtend uitbijters uitbijtten vastbijten 31 definities gevonden- betaalt␣bij — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijbetalen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijbetalen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bijbetalen.
- komt␣bijeen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijeenkomen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijeenkomen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bijeenkomen.
- ontbijtend — w. Onvoltooid deelwoord van ontbijten.
- ontbijtjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord ontbijt.
- plaatst␣bij — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijplaatsen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijplaatsen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bijplaatsen.
- schaaft␣bij — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijschaven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijschaven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bijschaven.
- schenkt␣bij — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijschenken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijschenken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bijschenken.
- schoolt␣bij — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijscholen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijscholen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bijscholen.
- schuift␣bij — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijschuiven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijschuiven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bijschuiven.
- springt␣bij — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijspringen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijspringen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bijspringen.
- uitbijtend — w. Onvoltooid deelwoord van uitbijten.
- uitbijters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uitbijter.
- uitbijtten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitbijten.
- vastbijten — w. Vastberaden doorzetten. — w. Wederkerend zich ~: zich door bijten vasthechten.
|