|
Lijst met woorden van 6 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 18 woorden van zes letters bevattend met TREKaftrek betrek getrek intrek natrek omtrek optrek streks strekt trek␣af treken trek␣in trekje trek␣na trek␣om trek␣op trekos uitrek 39 definities gevonden- aftrek — n. Een bedrag dat ergens afgetrokken wordt. — n. Het in getal verminderen van iets. — n. In trek zijn, populair zijn, van dingen die worden aangeboden, verkocht.
- betrek — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betrekken. — w. Gebiedende wijs van betrekken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betrekken.
- getrek — n. Het aanhoudend trekken.
- intrek — n. ~ nemen bij iemand: bij iemand gaan wonen. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intrekken.
- natrek — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van natrekken.
- omtrek — n. (Wiskunde) de lengte van een gesloten kromme. — n. Grenslijn. — n. Omvang van een lichaam.
- optrek — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optrekken. — n. Meestal gebruikt in de verklein vorm: een kleine woning of…
- streks — bijv. In een vlakke lengterichting. — bijw. (Spreektaal) variant van straks.
- strekt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van strekken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van strekken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van strekken.
- trek␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftrekken. — w. Gebiedende wijs van aftrekken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftrekken.
- treken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord treek.
- trek␣in — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intrekken. — w. Gebiedende wijs van intrekken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intrekken.
- trekje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord trek.
- trek␣na — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van natrekken. — w. Gebiedende wijs van natrekken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van natrekken.
- trek␣om — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omtrekken. — w. Gebiedende wijs van omtrekken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omtrekken.
- trek␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optrekken. — w. Gebiedende wijs van optrekken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optrekken.
- trekos — n. (Veeteelt) os die men gebruikt als trekdier.
- uitrek — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrekken.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 1 woord
- Frans WikiWoordenboek: 3 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 2 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
| |