Lijst met woorden van 8 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 16 woorden van acht letters bevattend met TVOObakt␣voor bidt␣voor doet␣voor gaat␣voor ijlt␣voor komt␣voor laat␣voor legt␣voor liet␣voor ligt␣voor ontvoogd telt␣voor valt␣voor wast␣voor zegt␣voor zet␣voort 42 definities gevonden- bakt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbakken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbakken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorbakken.
- bidt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbidden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbidden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorbidden.
- doet␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voordoen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voordoen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voordoen.
- gaat␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorgaan. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorgaan. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorgaan.
- ijlt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorijlen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorijlen. — w. Verouderde gebiedende wijs meervoud van voorijlen.
- komt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorkomen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorkomen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorkomen.
- laat␣voor — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van voorlaten#gebiedende wijs van voorlaten.
- legt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorleggen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorleggen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorleggen.
- liet␣voor — w. Enkelvoud verleden tijd van voorlaten.
- ligt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorliggen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorliggen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorliggen.
- ontvoogd — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontvoogden. — w. Gebiedende wijs van ontvoogden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontvoogden.
- telt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortellen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortellen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voortellen.
- valt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorvallen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorvallen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorvallen.
- wast␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorwassen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorwassen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorwassen.
- zegt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzeggen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzeggen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorzeggen.
- zet␣voort — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van voortzetten#gebiedende wijs…
|