|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 16 17
Er zijn 16 woorden bevattend met TZITdichtzit dichtzitten dichtzittend dichtzittende terechtzitting terechtzittingen terechtzittinkje terechtzittinkjes uitzit uitzitten uitzittend uitzittende vastzit vastzitten vastzittend vastzittende 24 definities gevonden- dichtzit — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtzitten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtzitten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtzitten.
- dichtzitten — w. Onovergankelijk afgesloten zijn. — w. Onovergankelijk (meteorologie) (van de lucht) door mist of…
- dichtzittend — w. Onvoltooid deelwoord van dichtzitten.
- dichtzittende — w. Verbogen vorm van dichtzittend, het onvoltooid deelwoord van dichtzitten.
- terechtzitting — n. Een bijeenkomst van rechtsprekende juristen in een rechtszaal.
- terechtzittingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord terechtzitting.
- terechtzittinkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord terechtzitting.
- terechtzittinkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord terechtzitting.
- uitzit — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzitten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzitten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzitten.
- uitzitten — w. Overgankelijk een vooraf bepaalde tijd ergens gedwongen verblijven;…
- uitzittend — w. Onvoltooid deelwoord van uitzitten.
- uitzittende — w. Verbogen vorm van uitzittend, het onvoltooid deelwoord van uitzitten.
- vastzit — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastzitten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastzitten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastzitten.
- vastzitten — w. Absoluut onbeweeglijk gehouden worden. — w. Gevangen gehouden worden.
- vastzittend — w. Onvoltooid deelwoord van vastzitten.
- vastzittende — w. Verbogen vorm van vastzittend, het onvoltooid deelwoord van vastzitten.
Zie deze lijst voor:
| |