Lijst met woorden van 10 letters bevattend met Snelle modus Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 12 13
Er zijn 9 woorden van tien letters bevattend met TVASTdraait␣vast greept␣vast grijpt␣vast ketent␣vast klampt␣vast klinkt␣vast knoopt␣vast speldt␣vast vriest␣vast 26 definities gevonden- draait␣vast — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastdraaien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastdraaien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vastdraaien.
- greept␣vast — w. Gij-vorm verleden tijd van vastgrijpen. — w. Gij-vorm verleden tijd van zich vastgrijpen.
- grijpt␣vast — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastgrijpen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastgrijpen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vastgrijpen.
- ketent␣vast — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastketenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastketenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vastketenen.
- klampt␣vast — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastklampen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastklampen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vastklampen.
- klinkt␣vast — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastklinken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastklinken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vastklinken.
- knoopt␣vast — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastknopen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastknopen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vastknopen.
- speldt␣vast — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastspelden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastspelden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vastspelden.
- vriest␣vast — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastvriezen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastvriezen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vastvriezen.
|