Lijst met woorden van 11 letters bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 15 woorden van elf letters bevattend met TPLAAeetplaatsen eetplaatsje heeft␣plaats luchtplaats maakt␣plaats marktplaats naamt␣plaats neemt␣plaats roestplaats startplaats stortplaats vindt␣plaats wachtplaats zitplaatsen zitplaatsje 24 definities gevonden- eetplaatsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord eetplaats.
- eetplaatsje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord eetplaats.
- heeft␣plaats — w. Derde persoon enkelvoud van plaatshebben.
- luchtplaats — n. Plek waar men iets of iemand kan luchten.
- maakt␣plaats — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsmaken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsmaken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van plaatsmaken.
- marktplaats — n. De locatie waar kopers en verkopers samenkomen in een stad. — n. Een stad of dorp met een markt. — n. Website waar vraag en aanbod bij elkaar komen.
- naamt␣plaats — w. Gij-vorm verleden tijd van plaatsnemen.
- neemt␣plaats — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsnemen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsnemen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van plaatsnemen.
- roestplaats — n. Rust- of slaapplaats van vogels.
- startplaats — n. (Sport) plaats waar een wedstrijd van start gaat.
- stortplaats — n. Een plaats waar men materiaal (meestal afval) kan laten neervallen.
- vindt␣plaats — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsvinden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsvinden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van plaatsvinden.
- wachtplaats — n. Plaats waar gewacht, gewaakt wordt. — n. Plaats waar gewacht, gepauzeerd wordt.
- zitplaatsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zitplaats.
- zitplaatsje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zitplaats.
|