Lijst met woorden van 9 letters bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Er zijn 24 woorden van negen letters bevattend met TREKTdoortrekt gestrekte heentrekt kromtrekt neertrekt opentrekt overtrekt rondtrekt strekt␣uit trekt␣door trek␣terug trekt␣heen trekt␣krom trekt␣neer trektocht trekt␣open trekt␣over trekt␣rond trekt␣voor uitrekten uitstrekt verstrekt volstrekt voortrekt 59 definities gevonden- doortrekt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doortrekken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doortrekken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doortrekken.
- gestrekte — n. Zij die languit liggen.
- heentrekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heentrekken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heentrekken.
- kromtrekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kromtrekken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kromtrekken.
- neertrekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neertrekken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neertrekken.
- opentrekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opentrekken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opentrekken.
- overtrekt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overtrekken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overtrekken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van overtrekken.
- rondtrekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondtrekken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondtrekken.
- strekt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstrekken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstrekken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitstrekken.
- trekt␣door — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doortrekken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doortrekken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doortrekken.
- trek␣terug — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugtrekken. — w. Gebiedende wijs van terugtrekken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugtrekken.
- trekt␣heen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heentrekken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heentrekken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van heentrekken.
- trekt␣krom — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kromtrekken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kromtrekken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van kromtrekken.
- trekt␣neer — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neertrekken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neertrekken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van neertrekken.
- trektocht — n. Tocht, reis waarbij een wat langere afstand wordt afgelegd…
- trekt␣open — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opentrekken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opentrekken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opentrekken.
- trekt␣over — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overtrekken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overtrekken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van overtrekken.
- trekt␣rond — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondtrekken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondtrekken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van rondtrekken.
- trekt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortrekken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortrekken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voortrekken.
- uitrekten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitrekken.
- uitstrekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstrekken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstrekken.
- verstrekt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verstrekken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verstrekken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verstrekken.
- volstrekt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volstrekken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volstrekken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van volstrekken.
- voortrekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortrekken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortrekken.
|