Lijst met woorden van 9 letters bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13
Er zijn 13 woorden van negen letters bevattend met TSTUKborststuk dichtstuk gooit␣stuk inzetstuk kerststuk kunststuk leest␣stuk loopt␣stuk maakt␣stuk praatstuk slaat␣stuk sluitstuk zetstukje 28 definities gevonden- borststuk — n. Deel van het lichaam tussen kop en achterlijf. — n. Deel van harnas dat de borstkas beschermt. — n. Afbeelding van mens vanaf de borstkas.
- dichtstuk — n. Tekst die door dichten tot stand is gekomen.
- gooit␣stuk — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stukgooien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stukgooien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van stukgooien.
- inzetstuk — n. Iets dat in een holte van een ander voorwerp geplaatst kan worden. — n. Stukken textiel die over een gat in een ander stuk textiel…
- kerststuk — n. (Kerst) een bloemstuk dat vooral in de maand december voor…
- kunststuk — n. Iets wat met grote vakbekwaamheid is gemaakt. — n. Een werk van een kunstenaar.
- leest␣stuk — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stuklezen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stuklezen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van stuklezen.
- loopt␣stuk — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stuklopen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stuklopen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van stuklopen.
- maakt␣stuk — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stukmaken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stukmaken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van stukmaken.
- praatstuk — n. Een tekst waarover men kan discussiëren.
- slaat␣stuk — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stukslaan. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stukslaan. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van stukslaan.
- sluitstuk — n. Stuk materiaal dat ter afsluiting wordt gebruikt. — n. Abstract stuk waarmee iets wordt afgesloten of sluitend gemaakt.
- zetstukje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zetstuk.
|