Lijst met woorden bevattend met

  Snelle modus

Klik om een zesde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  8  9  10  11  12  13  14  17  18  20  21

Er zijn 25 woorden bevattend met TPARK

foutparkeer  foutparkeerde  foutparkeerden  foutparkeert  foutparkeren  foutparkerend  foutparkerende  pretpark  pretparken  pretparkgeneratie  pretparkgeneraties  pretparkgeneratietje  pretparkgeneratietjes  pretparkje  pretparkjes  sportpark  sportparken  sportparkje  sportparkjes  uitparkeer  uitparkeerde  uitparkeerden  uitparkeert  uitparkeren  uitparkerend

27 definities gevonden

• foutparkeer — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van foutparkeren.
• foutparkeerde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van foutparkeren.
• foutparkeerden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van foutparkeren.
• foutparkeert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van foutparkeren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van foutparkeren.
• foutparkeren — w. Op een verboden plaats parkeren.
• foutparkerend — w. Onvoltooid deelwoord van foutparkeren.
• foutparkerende — w. Verbogen vorm van foutparkerend, het onvoltooid deelwoord van foutparkeren.
• pretpark — n. Een amusementsoord waar ter ontspanning en vermaak verscheidene…
• pretparken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pretpark.
• pretparkgeneratie — n. De generatie die continu op zoek is naar entertainment.
• pretparkgeneraties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pretparkgeneratie.
• pretparkgeneratietje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pretparkgeneratie.
• pretparkgeneratietjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord pretparkgeneratie.
• pretparkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pretpark.
• pretparkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord pretpark.
• sportpark — n. (Sport), geheel van terreinen, gebouwen en voorzieningen voor…
• sportparken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord sportpark.
• sportparkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord sportpark.
• sportparkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord sportpark.
• uitparkeer — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitparkeren.
• uitparkeerde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitparkeren.
• uitparkeerden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitparkeren.
• uitparkeert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitparkeren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitparkeren.
• uitparkeren — w. Een parkeerplaats verlaten.
• uitparkerend — w. Onvoltooid deelwoord van uitparkeren.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 12 woorden
• Frans WikiWoordenboek: geen woord
• Spaans WikiWoordenboek: geen woord
• Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
• Duits WikiWoordenboek: 33 woorden
• Portugees WikiWoordenboek: geen woord

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.