Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 14 15 16 17 18 19
Er zijn 18 woorden bevattend met TRAMBbertramboorvlieg het␣rambam␣krijgen het␣rambam␣werken krijg␣het␣rambam trambaan trambaantje trambaantjes trambanen trambestuurder trambestuurders trambestuurdertje trambestuurdertjes trambestuurster trambestuursters trambestuurstertje trambestuurstertjes trambus trambussen 19 definities gevonden- bertramboorvlieg — n. (Tweevleugeligen) Tephritis angustipennis een vliegensoort…
- het␣rambam␣krijgen — fr. (Gebruikt in verwensingen) verrekken, de ziekte krijgen.
- het␣rambam␣werken — w. Wederkerend (spreektaal) een bovenmatig grote inspanning leveren.
- krijg␣het␣rambam — tuss. (Spreektaal) verwensing: val dood, je kunt me wat.
- trambaan — n. (Verkeer) een van tramrails voorziene strook grond.
- trambaantje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord trambaan.
- trambaantjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord trambaan.
- trambanen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord trambaan.
- trambestuurder — n. (Beroep) bestuurder van een tram. (in België ook wel wattman).
- trambestuurders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord trambestuurder.
- trambestuurdertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord trambestuurder.
- trambestuurdertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord trambestuurder.
- trambestuurster — n. (Beroep) vrouwelijke bestuurder van een tram.
- trambestuursters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord trambestuurster.
- trambestuurstertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord trambestuurster.
- trambestuurstertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord trambestuurster.
- trambus — n. Lange gelede bus met vlakke vloer, gebruikt in het openbaar vervoer. — n. Brievenbus gemonteerd op een tram.
- trambussen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord trambus.
Zie deze lijst voor:
|