|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 16 17
Er zijn 25 woorden bevattend met TSTAPdaguitstap daguitstapje daguitstapjes daguitstappen familie-uitstap familie-uitstapje familie-uitstapjes familie-uitstappen houtstapel houtstapels houtstapeltje houtstapeltjes uitstap uitstapje uitstapjes uitstappen uitstappend uitstappende uitstapt uitstapte uitstapten voetstap voetstapje voetstapjes voetstappen 33 definities gevonden- daguitstap — n. Reis die één dag duurt zonder overnachting.
- daguitstapje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord daguitstap.
- daguitstapjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord daguitstap.
- daguitstappen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord daguitstap.
- familie-uitstap — n. Een feestelijk tochtje dat men met bloedverwanten maakt.
- familie-uitstapje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord familie-uitstap.
- familie-uitstapjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord familie-uitstap.
- familie-uitstappen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord familie-uitstap.
- houtstapel — n. Boomstammen, takken, blokken, balken of planken die op elkaar liggen. — n. (Geschiedenis)(economie) markt voor hout in middeleeuwse handelssteden…
- houtstapels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord houtstapel.
- houtstapeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord houtstapel.
- houtstapeltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord houtstapel.
- uitstap — n. (Meestal verkleinwoord) een (meestal korte) reis. — n. Het verlaten van een verband of een voertuig. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstappen.
- uitstapje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord uitstap. — n. Dim. tant.
- uitstapjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord uitstap. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uitstapje.
- uitstappen — w. Ergatief uit een voertuig stappen. — w. Ergatief zich uit een verband terugtrekken. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uitstap.
- uitstappend — w. Onvoltooid deelwoord van uitstappen.
- uitstappende — w. Verbogen vorm van uitstappend, het onvoltooid deelwoord van uitstappen.
- uitstapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstappen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstappen.
- uitstapte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitstappen.
- uitstapten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitstappen.
- voetstap — n. Een beweging met de voeten bij het lopen.
- voetstapje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord voetstap.
- voetstapjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord voetstap.
- voetstappen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord voetstap.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 2 woorden
- Frans WikiWoordenboek: geen woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: geen woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
| |