|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 17
Er zijn 14 woorden bevattend met TWIJDontwijdde ontwijdden ontwijden ontwijdend ontwijdende ontwijdt uitwijd uitwijdde uitwijdden uitwijden uitwijdend uitwijdende uitwijdt u␣vraagt,␣wij␣draaien 19 definities gevonden- ontwijdde — w. Enkelvoud verleden tijd van ontwijden.
- ontwijdden — w. Meervoud verleden tijd van ontwijden.
- ontwijden — w. Iets of iemand van zijn heiligheid ontdoen.
- ontwijdend — w. Onvoltooid deelwoord van ontwijden.
- ontwijdende — w. Verbogen vorm van ontwijdend, het onvoltooid deelwoord van ontwijden.
- ontwijdt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontwijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontwijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontwijden.
- uitwijd — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwijden.
- uitwijdde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitwijden.
- uitwijdden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitwijden.
- uitwijden — w. Ergatief wijder worden. — w. Overgankelijk wijder maken.
- uitwijdend — w. Onvoltooid deelwoord van uitwijden.
- uitwijdende — w. Verbogen vorm van uitwijdend, het onvoltooid deelwoord van uitwijden.
- uitwijdt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwijden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwijden.
- u␣vraagt,␣wij␣draaien — tuss. Drukt uit dat men vanzelfsprekend doet wat wordt gevraagd… — tuss. (Spreektaal) benadrukt dat men direct iets zal doen waar…
| |