|
Lijst met woorden van 12 letters bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van twaalf letters bevattend met TEGENStegenslagjes tegenspartel tegenspeelde tegenspelend tegenspelers tegenspellen tegenspoeden tegenspraken tegenspreekt tegenspreken tegensputter tegenstaande tegenstander tegenstekend tegenstelden tegenstellen tegenstemden tegenstemmen tegenstonden tegenstreeft tegenstreven tegenstrever tegenstromen 27 definities gevonden- tegenslagjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord tegenslag.
- tegenspartel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- tegenspeelde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van tegenspelen.
- tegenspelend — w. Onvoltooid deelwoord van tegenspelen.
- tegenspelers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tegenspeler.
- tegenspellen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tegenspel.
- tegenspoeden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tegenspoed.
- tegenspraken — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van tegenspreken.
- tegenspreekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenspreken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenspreken.
- tegenspreken — w. Zich met woorden verzetten.
- tegensputter — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- tegenstaande — w. Verbogen vorm van tegenstaand, het onvoltooid deelwoord van tegenstaan.
- tegenstander — n. Vijand, rivaal.
- tegenstekend — w. Onvoltooid deelwoord van tegensteken.
- tegenstelden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van tegenstellen.
- tegenstellen — w. Iets (zelden een persoon) tegenover een andere stellen.
- tegenstemden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van tegenstemmen.
- tegenstemmen — w. Onovergankelijk bij een verkiezing een afwijzende stem uitbrengen. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tegenstem.
- tegenstonden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van tegenstaan.
- tegenstreeft — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenstreven. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenstreven.
- tegenstreven — w. Inergatief iemand tegenwerken, trachten voor te zijn. — n. Het iemand tegenwerken.
- tegenstrever — n. Iemand die tegenwerkt, tegenspeler.
- tegenstromen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tegenstroom.
| |