Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 17 18
Er zijn 22 woorden bevattend met TCHECKfactcheck factchecken factcheckend factchecker factcheckers factchecking factcheckredactie factcheckredacties factcheckt factcheckte factcheckten postcheck postchecks uitcheck uitchecken uitcheckend uitcheckende uitcheckpaal uitcheckpalen uitcheckt uitcheckte uitcheckten 27 definities gevonden- factcheck — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van factchecken. — w. Gebiedende wijs van factchecken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van factchecken.
- factchecken — w. Controleren van binnengekomen berichten op juistheid en het…
- factcheckend — w. Onvoltooid deelwoord van factchecken.
- factchecker — n. (Beroep) iemand die controleert of gedane beweringen feitelijk juist zijn.
- factcheckers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord factchecker.
- factchecking — n. Controleren op feitelijke onjuistheden.
- factcheckredactie — n. (Media) redactie van een nieuwsorganisatie die er op gericht…
- factcheckredacties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord factcheckredactie.
- factcheckt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van factchecken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van factchecken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van factchecken.
- factcheckte — w. Enkelvoud verleden tijd van factchecken.
- factcheckten — w. Meervoud verleden tijd van factchecken.
- postcheck — n. Postcheque.
- postchecks — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord postcheck.
- uitcheck — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitchecken.
- uitchecken — w. (Informatica) bepaalde handelingen verrichten bij het verlaten…
- uitcheckend — w. Onvoltooid deelwoord van uitchecken.
- uitcheckende — w. Verbogen vorm van uitcheckend, het onvoltooid deelwoord van uitchecken.
- uitcheckpaal — n. Paal waarbij men kan uitchecken zoals gebruikt bij het openbaar vervoer.
- uitcheckpalen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uitcheckpaal.
- uitcheckt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitchecken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitchecken.
- uitcheckte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitchecken.
- uitcheckten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitchecken.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 42 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 43 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 2 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|