Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14
Er zijn 16 woorden bevattend met TEREERallitereer allitereerde allitereerden allitereert allittereer allittereerde allittereerden allittereert altereer altereerde altereerden altereert itereer itereerde itereerden itereert 32 definities gevonden- allitereer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van allitereren. — w. Gebiedende wijs van allitereren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van allitereren.
- allitereerde — w. Enkelvoud verleden tijd van allitereren.
- allitereerden — w. Meervoud verleden tijd van allitereren.
- allitereert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van allitereren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van allitereren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van allitereren.
- allittereer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van allittereren. — w. Gebiedende wijs van allittereren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van allittereren.
- allittereerde — w. Enkelvoud verleden tijd van allittereren.
- allittereerden — w. Meervoud verleden tijd van allittereren.
- allittereert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van allittereren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van allittereren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van allittereren.
- altereer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van altereren. — w. Gebiedende wijs van altereren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van altereren.
- altereerde — w. Enkelvoud verleden tijd van altereren.
- altereerden — w. Meervoud verleden tijd van altereren.
- altereert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van altereren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van altereren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van altereren.
- itereer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van itereren. — w. Gebiedende wijs van itereren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van itereren.
- itereerde — w. Enkelvoud verleden tijd van itereren.
- itereerden — w. Meervoud verleden tijd van itereren.
- itereert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van itereren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van itereren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van itereren.
|