Woordenlijsten Zoek woorden

Lijst met woorden bevattend met

Snelle modus

Klik om een zevende letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetischAllemaal op maat8910111213


Er zijn 21 woorden bevattend met TGROEI

dichtgroeidichtgroeidedichtgroeidendichtgroeiendichtgroeienddichtgroeitontgroeiontgroeideontgroeidenontgroeienontgroeiendontgroeiendeontgroeituitgroeiuitgroeideuitgroeidenuitgroeienuitgroeienduitgroeiendeuitgroeitwinstgroei

31 definities gevonden

  • dichtgroei — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtgroeien.
  • dichtgroeide — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van dichtgroeien.
  • dichtgroeiden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van dichtgroeien.
  • dichtgroeien — w. Helemaal volgroeien; volraken met groeiende planten; overwoekerd raken. — w. Minder doorgankelijk worden door iets dat groeit.
  • dichtgroeiend — w. Onvoltooid deelwoord van dichtgroeien.
  • dichtgroeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtgroeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtgroeien.
  • ontgroei — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontgroeien. — w. Gebiedende wijs van ontgroeien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontgroeien.
  • ontgroeide — w. Enkelvoud verleden tijd van ontgroeien.
  • ontgroeiden — w. Meervoud verleden tijd van ontgroeien.
  • ontgroeien — w. Door groeien te groot worden. — w. Door ontwikkelen ergens niet meer voor iets geschikt zijn.
  • ontgroeiend — w. Onvoltooid deelwoord van ontgroeien.
  • ontgroeiende — w. Verbogen vorm van ontgroeiend, het onvoltooid deelwoord van ontgroeien.
  • ontgroeit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontgroeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontgroeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontgroeien.
  • uitgroei — n. Het uitgroeien. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgroeien.
  • uitgroeide — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitgroeien.
  • uitgroeiden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitgroeien.
  • uitgroeien — w. Ergatief geleidelijk groter worden, zich ontwikkelen tot iets. — w. Ergatief ophouden met in de groei zijn.
  • uitgroeiend — w. Onvoltooid deelwoord van uitgroeien.
  • uitgroeiende — w. Verbogen vorm van uitgroeiend, het onvoltooid deelwoord van uitgroeien.
  • uitgroeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgroeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgroeien.
  • winstgroei — n. (Economie) de toename van de winst.
Vorige lijstVolgende lijst
Willekeurig woordTerug naar boven


Ortograf Inc.Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid.
© Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.