Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
Er zijn 24 woorden bevattend met TREINRtreinrit —— treinraam treinramp treinreis treinroof —— treinramen treinritje treinroven —— treinrampen treinreisje treinreizen treinritjes treinritten —— treinraampje treinreisjes treinrijtuig —— treinraampjes treinreiziger —— treinreizigers treinrijtuigen treinrijtuigje —— treinrijtuigjes —— treinreizigertje —— treinreizigertjes 24 definities gevonden- treinrit — n. Korte reis per spoor zonder terugreis.
- treinraam — n. Opening in de wand van een treinwagon waardoor men naar buiten kan kijken.
- treinramp — n. Groot ongeval met treinen.
- treinreis — n. Een reis die je maakt met een trein.
- treinroof — n. Een overval op een trein met als doel de lading te stelen.
- treinramen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord treinraam.
- treinritje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord treinrit.
- treinroven — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord treinroof.
- treinrampen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord treinramp.
- treinreisje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord treinreis.
- treinreizen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord treinreis.
- treinritjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord treinrit.
- treinritten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord treinrit.
- treinraampje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord treinraam.
- treinreisjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord treinreis.
- treinrijtuig — n. (Spoorwegen) een spoorwegrijtuig.
- treinraampjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord treinraam.
- treinreiziger — n. Iemand die met de trein reist.
- treinreizigers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord treinreiziger.
- treinrijtuigen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord treinrijtuig.
- treinrijtuigje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord treinrijtuig.
- treinrijtuigjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord treinrijtuig.
- treinreizigertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord treinreiziger.
- treinreizigertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord treinreiziger.
|