|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 21
Er zijn 23 woorden bevattend met TSCHIJlichtschijnsel lichtschijnsels lichtschijnseltje lichtschijnseltjes magneetschijf magneetschijfgeheugen magneetschijfje magneetschijfjes magneetschijven schietschijf schietschijfje schietschijfjes schietschijven uitschijn uitschijne uitschijnen uitschijnend uitschijnende uitschijnt uitschijt uitschijten uitschijtend uitschijtende 30 definities gevonden- lichtschijnsel — n. De straling van een lichtbron.
- lichtschijnsels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord lichtschijnsel.
- lichtschijnseltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord lichtschijnsel.
- lichtschijnseltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord lichtschijnsel.
- magneetschijf — n. (Informatica) vlakke, ronde plaat voor de magnetische opslag van gegevens.
- magneetschijfgeheugen — n. (Informatica) schijfgeheugen waar de informatie door magnetisme…
- magneetschijfje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord magneetschijf.
- magneetschijfjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord magneetschijf.
- magneetschijven — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord magneetschijf.
- schietschijf — n. Een ronde schijf waarop men schiet, vaak om te oefenen of als sport. — n. (Figuurlijk) het doelwit.
- schietschijfje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord schietschijf.
- schietschijfjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord schietschijf.
- schietschijven — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schietschijf.
- uitschijn — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschijnen.
- uitschijne — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs…
- uitschijnen — w. Onovergankelijk (figuurlijk) meer zichtbaar worden. — w. Onovergankelijk licht afgeven, uitstralen. — w. Onovergankelijk het licht afgeven voltooid hebben, niet langer stralen.
- uitschijnend — w. Onvoltooid deelwoord van uitschijnen.
- uitschijnende — w. Verbogen vorm van uitschijnend, het onvoltooid deelwoord van uitschijnen.
- uitschijnt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschijnen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschijnen.
- uitschijt — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschijten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschijten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschijten.
- uitschijten — w. Overgankelijk (vulgair) door schijten verwijderen uit, poepen. — w. Overgankelijk (vulgair) uitkotsen.
- uitschijtend — w. Onvoltooid deelwoord van uitschijten.
- uitschijtende — w. Verbogen vorm van uitschijtend, het onvoltooid deelwoord van uitschijten.
| |