Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 14 16 17 18
Er zijn 21 woorden bevattend met TWERKTkantwerkt kantwerkte kantwerkten kapotwerkt kapotwerkte kapotwerkten netwerkt netwerkte netwerktelefonie netwerkten netwerktheorie netwerktheorieën netwerktheorietje netwerktheorietjes netwerktopologie uitwerkt uitwerkte uitwerkten zwartwerkt zwartwerkte zwartwerkten 28 definities gevonden- kantwerkt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kantwerken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kantwerken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van kantwerken.
- kantwerkte — w. Enkelvoud verleden tijd van kantwerken.
- kantwerkten — w. Meervoud verleden tijd van kantwerken.
- kapotwerkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kapotwerken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kapotwerken.
- kapotwerkte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van kapotwerken.
- kapotwerkten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van kapotwerken.
- netwerkt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van netwerken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van netwerken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van netwerken.
- netwerkte — w. Enkelvoud verleden tijd van netwerken.
- netwerktelefonie — n. (Telecommunicatie) telefonie via een ander dan het oorspronkelijke…
- netwerkten — w. Meervoud verleden tijd van netwerken.
- netwerktheorie — n. (Informatica) (wiskunde) (natuurkunde) (elektrotechniek) onderdeel…
- netwerktheorieën — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord netwerktheorie.
- netwerktheorietje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord netwerktheorie.
- netwerktheorietjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord netwerktheorie.
- netwerktopologie — n. (Informatica) indeling en koppelingen van computers en andere…
- uitwerkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwerken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwerken.
- uitwerkte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitwerken.
- uitwerkten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitwerken.
- zwartwerkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwartwerken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwartwerken.
- zwartwerkte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van zwartwerken.
- zwartwerkten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van zwartwerken.
|