|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14
Er zijn 25 woorden bevattend met TAMBOERtamboer tamboerde tamboerden tamboereer tamboereerde tamboereerden tamboereert tamboeren tamboerend tamboerende tamboereren tamboererend tamboererende tamboerijn tamboerijnen tamboerijntje tamboerijntjes tamboerkorps tamboerkorpsen tamboer-majoor tamboer-majoors tamboers tamboert tamboertje tamboertjes 36 definities gevonden- tamboer — n. Trommelslager die de maat aangeeft bij het marcheren van soldaten. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tamboeren. — w. Gebiedende wijs van tamboeren.
- tamboerde — w. Enkelvoud verleden tijd van tamboeren.
- tamboerden — w. Meervoud verleden tijd van tamboeren.
- tamboereer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tamboereren. — w. Gebiedende wijs van tamboereren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tamboereren.
- tamboereerde — w. Enkelvoud verleden tijd van tamboereren.
- tamboereerden — w. Meervoud verleden tijd van tamboereren.
- tamboereert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tamboereren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tamboereren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tamboereren.
- tamboeren — w. Op de tamboer slaan. — w. Veel lawaai maken. — w. (Figuurlijk) met veel lawaai en gedoe de aandacht vragen voor een onderwerp.
- tamboerend — w. Onvoltooid deelwoord van tamboeren.
- tamboerende — w. Verbogen vorm van tamboerend, het onvoltooid deelwoord van tamboeren.
- tamboereren — w. Uiting geven aan vreugde. — w. Ergens de nadruk op blijven leggen, ergens op blijven aandringen.
- tamboererend — w. Onvoltooid deelwoord van tamboereren.
- tamboererende — w. Verbogen vorm van tamboererend, het onvoltooid deelwoord van tamboereren.
- tamboerijn — n. (Muziekinstrument) eenvoudig slaginstrument bestaande uit een…
- tamboerijnen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tamboerijn.
- tamboerijntje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tamboerijn.
- tamboerijntjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord tamboerijn.
- tamboerkorps — n. (Muziek) marcherend, (militair), geüniformeerd muziekkorps…
- tamboerkorpsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tamboerkorps.
- tamboer-majoor — n. (Muziek) de persoon die voor de fanfare of harmonie uitloopt.
- tamboer-majoors — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tamboer-majoor.
- tamboers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tamboer.
- tamboert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tamboeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tamboeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tamboeren.
- tamboertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tamboer.
- tamboertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord tamboer.
| |