Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een negende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 12 13 14 15 16 17 19 20 21
Er zijn 25 woorden bevattend met TRANSITItransitie —— transitief transities —— ditransitief intransitief transitietje transitieven —— transitiestad transitietjes —— intransitiefje intransitieven —— intransitiefjes transitiestadje transitiesteden —— energietransitie transitieperiode transitiestadjes —— energietransities transitieperioden transitieperiodes —— transitief␣werkwoord transitieperiodetje —— transitieperiodetjes —— intransitief␣werkwoord transitief␣werkwoordje 28 definities gevonden- transitie — n. Overgang of omschakeling.
- transitief — bijv. (Taalkunde) overgankelijk. — bijv. Overdraagbaar.
- transities — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord transitie.
- ditransitief — bijv. (Grammatica) twee voorwerpen dragend die beide in een passieve…
- intransitief — bijv. (Taalkunde) onovergankelijk. — n. Een onovergankelijk werkwoord.
- transitietje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord transitie.
- transitieven — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord transitief.
- transitiestad — n. Stad die werkt aan een transitie naar een duurzamer samenleven.
- transitietjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord transitie.
- intransitiefje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord intransitief.
- intransitieven — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord intransitief.
- intransitiefjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord intransitief.
- transitiestadje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord transitiestad.
- transitiesteden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord transitiestad.
- energietransitie — n. Overgang naar een situatie waarin de energievoorziening structureel… — n. Een beleidsplan van de overheid om van fossiele brandstoffen…
- transitieperiode — n. Periode van overgang tussen de ene toestand en de andere.
- transitiestadjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord transitiestad.
- energietransities — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord energietransitie.
- transitieperioden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord transitieperiode.
- transitieperiodes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord transitieperiode.
- transitief␣werkwoord — n. (Grammatica) een werkwoord met een object (lijdend of meewerkend voorwerp).
- transitieperiodetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord transitieperiode.
- transitieperiodetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord transitieperiode.
- intransitief␣werkwoord — n. (Grammatica) een werkwoord zonder object (geen lijdend of meewerkend…
- transitief␣werkwoordje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord transitief werkwoord.
Zie deze lijst voor:
|