Lijst met woorden van 8 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van acht letters bevattend met UITRuitraast uitrafel uitrazen uitreden uitreedt uitregen uitreikt uitreken uitrekte uitrende uitrezen uitricht uitrijdt uitrijst uitritje uitroeit uitroept uitroken uitrolde uitrookt uitruilt uitruimt uitrukte 37 definities gevonden- uitraast — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrazen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrazen.
- uitrafel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrafelen.
- uitrazen — w. Iemand al de woede die in hem of haar is laten uiten zodat…
- uitreden — w. De laatste bewerking aan iets doen. — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitrijden.
- uitreedt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitreden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitreden.
- uitregen — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitregenen.
- uitreikt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitreiken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitreiken.
- uitreken — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrekenen.
- uitrekte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitrekken.
- uitrende — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitrennen.
- uitrezen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitrijzen.
- uitricht — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrichten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrichten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrichten.
- uitrijdt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrijden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrijden.
- uitrijst — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrijzen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrijzen.
- uitritje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord uitrit.
- uitroeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitroeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitroeien.
- uitroept — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitroepen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitroepen.
- uitroken — w. Iemand verjagen met rook. — w. Met rook behandelen om een plaag te bestrijden.
- uitrolde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitrollen.
- uitrookt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitroken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitroken.
- uitruilt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitruilen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitruilen.
- uitruimt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitruimen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitruimen.
- uitrukte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitrukken.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 9 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 10 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: 9 woorden
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: geen woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|