|
Lijst met woorden van 12 letters bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 19 20
Er zijn 20 woorden van twaalf letters bevattend met UITSPfluitspelers sluitspelden sluitspieren uitspannende uitsparingen uitsparinkje uitspattende uitspinnende uitspittende uitsplitsend uitsplitsten uitspoelende uitspraakjes uitspreidden uitspreidend uitsprekende uitspringend uitspruitend uitspuitende vooruitspoel 20 definities gevonden- fluitspelers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fluitspeler.
- sluitspelden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord sluitspeld.
- sluitspieren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord sluitspier.
- uitspannende — w. Verbogen vorm van uitspannend, het onvoltooid deelwoord van uitspannen.
- uitsparingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uitsparing.
- uitsparinkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord uitsparing.
- uitspattende — w. Verbogen vorm van uitspattend, het onvoltooid deelwoord van uitspatten.
- uitspinnende — w. Verbogen vorm van uitspinnend, het onvoltooid deelwoord van uitspinnen.
- uitspittende — w. Verbogen vorm van uitspittend, het onvoltooid deelwoord van uitspitten.
- uitsplitsend — w. Onvoltooid deelwoord van uitsplitsen.
- uitsplitsten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitsplitsen.
- uitspoelende — w. Verbogen vorm van uitspoelend, het onvoltooid deelwoord van uitspoelen.
- uitspraakjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord uitspraak.
- uitspreidden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitspreiden.
- uitspreidend — w. Onvoltooid deelwoord van uitspreiden.
- uitsprekende — w. Verbogen vorm van uitsprekend, het onvoltooid deelwoord van uitspreken.
- uitspringend — w. Onvoltooid deelwoord van uitspringen.
- uitspruitend — w. Onvoltooid deelwoord van uitspruiten.
- uitspuitende — w. Verbogen vorm van uitspuitend, het onvoltooid deelwoord van uitspuiten.
- vooruitspoel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
| |