|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11
Er zijn 24 woorden bevattend met UITDUuitduel uitduellen uitduels uitduid uitduidde uitduidden uitduiden uitduidend uitduidende uitduidt uitdun uitdunde uitdunden uitdunnen uitdunnend uitdunnende uitdunt uitduw uitduwde uitduwden uitduwen uitduwend uitduwende uitduwt 31 definities gevonden- uitduel — n. (Sport) wedstrijd die men op het terrein van de tegenstander speelt.
- uitduellen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uitduel.
- uitduels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uitduel.
- uitduid — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitduiden.
- uitduidde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitduiden.
- uitduidden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitduiden.
- uitduiden — w. Uitleggen, uiteenzetten, beschrijven.
- uitduidend — w. Onvoltooid deelwoord van uitduiden.
- uitduidende — w. Verbogen vorm van uitduidend, het onvoltooid deelwoord van uitduiden.
- uitduidt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitduiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitduiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitduiden.
- uitdun — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdunnen.
- uitdunde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitdunnen.
- uitdunden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitdunnen.
- uitdunnen — w. Ergatief geleidelijk minder bezet raken. — w. Overgankelijk dunner bezet maken.
- uitdunnend — w. Onvoltooid deelwoord van uitdunnen.
- uitdunnende — w. Verbogen vorm van uitdunnend, het onvoltooid deelwoord van uitdunnen.
- uitdunt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdunnen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdunnen.
- uitduw — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitduwen.
- uitduwde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitduwen.
- uitduwden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitduwen.
- uitduwen — w. Door persen iets of iemand uit iets anders verwijderen. — w. Voor zich uitduwen: door duwen iets naar voren verplaatsen. — w. Door duwen iets doven, met name van rookwaar.
- uitduwend — w. Onvoltooid deelwoord van uitduwen.
- uitduwende — w. Verbogen vorm van uitduwend, het onvoltooid deelwoord van uitduwen.
- uitduwt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitduwen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitduwen.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: geen woord
- Frans WikiWoordenboek: 7 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: geen woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
| |