Lijst met woorden bevattend met

  Snelle modus

Klik om een zesde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  8  9  10  11  12  13  14

Er zijn 23 woorden bevattend met UITSM

uitsmeer  uitsmeerde  uitsmeerden  uitsmeert  uitsmeet  uitsmelt  uitsmelten  uitsmeltend  uitsmeltende  uitsmeren  uitsmerend  uitsmerende  uitsmeten  uitsmijt  uitsmijten  uitsmijtend  uitsmijtende  uitsmijter  uitsmijters  uitsmijtertje  uitsmijtertjes  uitsmolt  uitsmolten

31 definities gevonden

• uitsmeer — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsmeren.
• uitsmeerde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitsmeren.
• uitsmeerden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitsmeren.
• uitsmeert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsmeren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsmeren.
• uitsmeet — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitsmijten.
• uitsmelt — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsmelten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsmelten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsmelten.
• uitsmelten — w. Overgankelijk door smelten bij hoge temperatuur winnen uit (erts).
• uitsmeltend — w. Onvoltooid deelwoord van uitsmelten.
• uitsmeltende — w. Verbogen vorm van uitsmeltend, het onvoltooid deelwoord van uitsmelten.
• uitsmeren — w. Overgankelijk smerend uitspreiden. — w. Overgankelijk (politiek) verdelen.
• uitsmerend — w. Onvoltooid deelwoord van uitsmeren.
• uitsmerende — w. Verbogen vorm van uitsmerend, het onvoltooid deelwoord van uitsmeren.
• uitsmeten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitsmijten.
• uitsmijt — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsmijten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsmijten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsmijten.
• uitsmijten — w. Smijtend verwijderen.
• uitsmijtend — w. Onvoltooid deelwoord van uitsmijten.
• uitsmijtende — w. Verbogen vorm van uitsmijtend, het onvoltooid deelwoord van uitsmijten.
• uitsmijter — n. (Beroep) iemand die vervelende mensen weert uit een uitgaansgelegenheid. — n. (Voeding) een lunchgerecht bestaande uit boterhammen, spiegeleieren en ham. — n. [1] portier, buitenwipper.
• uitsmijters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uitsmijter.
• uitsmijtertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord uitsmijter.
• uitsmijtertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord uitsmijter.
• uitsmolt — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitsmelten.
• uitsmolten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitsmelten.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 3 woorden
• Frans WikiWoordenboek: 9 woorden
• Spaans WikiWoordenboek: geen woord
• Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
• Duits WikiWoordenboek: geen woord
• Portugees WikiWoordenboek: geen woord

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.