Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 15 17 18
Er zijn 18 woorden bevattend met UITLEGdroomuitlegging droomuitleggingen droomuitlegginkje droomuitlegginkjes uitleg uitlegbaar uitlegde uitlegden uitleggen uitleggend uitleggende uitlegger uitleggers uitlegging uitleggingen uitlegje uitlegjes uitlegt 23 definities gevonden- droomuitlegging — n. Het duiden van de betekenis van de dromen die iemand heeft.
- droomuitleggingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord droomuitlegging.
- droomuitlegginkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord droomuitlegging.
- droomuitlegginkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord droomuitlegging.
- uitleg — n. Een verhaal bedoeld om iets begrijpelijk te maken. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitleggen.
- uitlegbaar — bijv. Dat iets te verklaren is.
- uitlegde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitleggen.
- uitlegden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitleggen.
- uitleggen — w. Ditransitief iets doen begrijpen; iets verklaren; iets begrijpelijk maken. — w. Overgankelijk iets groter, langer of ruimer maken. — w. Overgankelijk iets leggend uitspreiden.
- uitleggend — w. Onvoltooid deelwoord van uitleggen.
- uitleggende — w. Verbogen vorm van uitleggend, het onvoltooid deelwoord van uitleggen.
- uitlegger — n. Iemand die duidelijk maakt wat er bedoeld wordt. — n. (Verouderd) iemand die toezicht hield op Bosnegers in Suriname…
- uitleggers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uitlegger.
- uitlegging — n. Uitleg.
- uitleggingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uitlegging.
- uitlegje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord uitleg.
- uitlegjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord uitleg.
- uitlegt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitleggen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitleggen.
|