|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 9 10 11 12 13 14 16 17 18 20 21
Er zijn 23 woorden bevattend met UITZONheruitzond heruitzonden met␣uitzondering␣van uitzond uitzonden uitzonder uitzonderde uitzonderden uitzonderen uitzonderend uitzonderende uitzondering uitzonderingen uitzonderingetje uitzonderingetjes uitzonderingspositie uitzonderingsposities uitzonderlijk uitzonderlijkheden uitzonderlijkheid uitzondert uitzong uitzongen 25 definities gevonden- heruitzond — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van heruitzenden.
- heruitzonden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van heruitzenden.
- met␣uitzondering␣van — voorz. (Formeel) zonder, uitgezonderd.
- uitzond — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitzenden.
- uitzonden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitzenden.
- uitzonder — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzonderen.
- uitzonderde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitzonderen.
- uitzonderden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitzonderen.
- uitzonderen — w. Overgankelijk buiten een bepaalde regel plaatsen.
- uitzonderend — w. Onvoltooid deelwoord van uitzonderen.
- uitzonderende — w. Verbogen vorm van uitzonderend, het onvoltooid deelwoord van uitzonderen.
- uitzondering — n. Een geval waarbij men iets niet onder een regel laat vallen.
- uitzonderingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uitzondering.
- uitzonderingetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord uitzondering.
- uitzonderingetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord uitzondering.
- uitzonderingspositie — n. Het iets of iemand een andere plaats geven als alle anderen;…
- uitzonderingsposities — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uitzonderingspositie.
- uitzonderlijk — bijv. Niet alledaags, niet gewoon. — bijv. Niet alledaags, niet gewoon.
- uitzonderlijkheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uitzonderlijkheid.
- uitzonderlijkheid — n. Het heel anders zijn.
- uitzondert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzonderen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzonderen.
- uitzong — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitzingen.
- uitzongen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitzingen.
| |