Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 16 17
Er zijn 17 woorden bevattend met UITSTAPuitstap —— uitstapt —— uitstapje uitstapte —— daguitstap uitstapjes uitstappen uitstapten —— uitstappend —— daguitstapje uitstappende —— daguitstapjes daguitstappen —— familie-uitstap —— familie-uitstapje —— familie-uitstapjes familie-uitstappen 24 definities gevonden- uitstap — n. (Meestal verkleinwoord) een (meestal korte) reis. — n. Het verlaten van een verband of een voertuig. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstappen.
- uitstapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstappen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstappen.
- uitstapje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord uitstap. — n. Dim. tant.
- uitstapte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitstappen.
- daguitstap — n. Reis die één dag duurt zonder overnachting.
- uitstapjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord uitstap. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uitstapje.
- uitstappen — w. Ergatief uit een voertuig stappen. — w. Ergatief zich uit een verband terugtrekken. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uitstap.
- uitstapten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitstappen.
- uitstappend — w. Onvoltooid deelwoord van uitstappen.
- daguitstapje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord daguitstap.
- uitstappende — w. Verbogen vorm van uitstappend, het onvoltooid deelwoord van uitstappen.
- daguitstapjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord daguitstap.
- daguitstappen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord daguitstap.
- familie-uitstap — n. Een feestelijk tochtje dat men met bloedverwanten maakt.
- familie-uitstapje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord familie-uitstap.
- familie-uitstapjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord familie-uitstap.
- familie-uitstappen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord familie-uitstap.
|