Lijst met woorden van 7 letters bevattend met

  Snelle modus

Klik om een vijfde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  4  5  6  7  8  9  10  11  12  13  14  15  16  17  18  19  20  21

Er zijn 22 woorden van zeven letters bevattend met VLAK

afvlakt  dakvlak  hefvlak  nulvlak  rijvlak  uitvlak  vervlak  vlakbij  vlakgom  vlakgum  vlakjes  vlakken  vlakker  vlakt␣af  vlakten  vlaktes  vlakuit vlak␣uit  vlakweg  zesvlak  zijvlak  zitvlak

34 definities gevonden

• afvlakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvlakken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvlakken.
• dakvlak — n. (Bouwkunde) een (hellend) vlak in een dak samen met andere…
• hefvlak — n. Vlakke plaat waarop je goederen kunt plaatsen die vervoerd moeten worden.
• nulvlak — n. Referentievlak ten opzichte waarvan een hoogte of diepte wordt aangegeven.
• rijvlak — n. Vlak waarop gereden wordt. — n. (Verkeer) dat deel van een rubberband dat contact heeft met het wegdek.
• uitvlak — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvlakken.
• vervlak — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vervlakken. — w. Gebiedende wijs van vervlakken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vervlakken.
• vlakbij — bijw. In de directe nabijheid.
• vlakgom — n. Stuk rubber dat door wrijven grafiet (potloodschrift) van papier…
• vlakgum — n. Vlakgom.
• vlakjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord vlak.
• vlakken — w. Overgankelijk vlak maken. — w. Met een vlakgom potloodschrift van papier verwijderen (uitvlakken). — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vlak.
• vlakker — n. Iemand die iets vlak maakt.
• vlakt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvlakken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvlakken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afvlakken.
• vlakten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vlakte. — w. Meervoud verleden tijd van vlakken.
• vlaktes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vlakte.
• vlakuit — bijw. Zonder omwegen, ronduit.
• vlak␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvlakken. — w. Gebiedende wijs van uitvlakken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvlakken.
• vlakweg — bijw. Zonder omwegen, onomwonden.
• zesvlak — n. (Wiskunde) een lichaam begrensd door zes vlakken.
• zijvlak — n. Vlak dat iets naar de zijkant begrenst.
• zitvlak — n. (Anatomie) achterste, achterwerk. — n. Vlak van een voorwerp waarop men kan zitten.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 3 woorden
• Frans WikiWoordenboek: geen woord
• Spaans WikiWoordenboek: geen woord
• Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
• Duits WikiWoordenboek: geen woord
• Portugees WikiWoordenboek: geen woord

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.