Lijst met woorden van 7 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 18 woorden van zeven letters bevattend met VLOEafvloei bevloei bevloer gevloek invloed invloei vloeden vloedje vloei␣af vloeide vloeien vloei␣in vloeken vloeker vloekje vloekte vloerde vloeren 31 definities gevonden- afvloei — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvloeien.
- bevloei — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevloeien. — w. Gebiedende wijs van bevloeien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevloeien.
- bevloer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevloeren. — w. Gebiedende wijs van bevloeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevloeren.
- gevloek — n. Het aanhoudend vloeken.
- invloed — n. Inwerking van een persoon, zaak of omstandigheid op een andere. — n. Het vermogen om op iets of anderen in te werken.
- invloei — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van invloeien.
- vloeden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vloed.
- vloedje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vloed.
- vloei␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvloeien. — w. Gebiedende wijs van afvloeien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvloeien.
- vloeide — w. Enkelvoud verleden tijd van vloeien.
- vloeien — w. Ergatief zacht stromen. — w. ~ van papier: inkt opzuigen. — w. Overgankelijk met vloeipapier droogmaken.
- vloei␣in — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van invloeien. — w. Gebiedende wijs van invloeien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van invloeien.
- vloeken — w. Uitroepen van vloekwoorden, beledigende taal gebruiken. — w. Niet bij elkaar passen. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vloek.
- vloeker — n. Iemand die veel krachttermen gebruikt.
- vloekje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vloek.
- vloekte — w. Enkelvoud verleden tijd van vloeken.
- vloerde — w. Enkelvoud verleden tijd van vloeren.
- vloeren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vloer.
|