|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 11 12 13 14 15 16 17 18
Er zijn 22 woorden bevattend met VERALoveral overall overalletje overalletjes overalls overals veralgemeen veralgemeende veralgemeenden veralgemeent veralgemenen veralgemenend veralgemenende veralgemening veralgemeningen veralgemeniseer veralgemeniseerde veralgemeniseerden veralgemeniseert veralgemeniseren veralgemeniserend veralgemeniserende 34 definities gevonden- overal — bijw. Op alle plaatsen. — bijw. Als locatief deel van een samengesteld voornaamwoordelijk… — n. Overall, werkkleding die zoals de naam al aangeeft over andere…
- overall — n. Kledingstuk, bestaande uit een aaneengesloten broek en hemd…
- overalletje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord overal. — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord overall.
- overalletjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord overal. — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord overall.
- overalls — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord overall.
- overals — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord overal.
- veralgemeen — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veralgemenen. — w. Gebiedende wijs van veralgemenen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veralgemenen.
- veralgemeende — w. Enkelvoud verleden tijd van veralgemenen.
- veralgemeenden — w. Meervoud verleden tijd van veralgemenen.
- veralgemeent — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veralgemenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veralgemenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van veralgemenen.
- veralgemenen — w. Overgankelijk algemeen maken.
- veralgemenend — w. Onvoltooid deelwoord van veralgemenen.
- veralgemenende — w. Verbogen vorm van veralgemenend, het onvoltooid deelwoord van veralgemenen.
- veralgemening — n. Iets wat geldt voor één specifiek geval laten gelden voor alle gevallen.
- veralgemeningen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord veralgemening.
- veralgemeniseer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veralgemeniseren. — w. Gebiedende wijs van veralgemeniseren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- veralgemeniseerde — w. Enkelvoud verleden tijd van veralgemeniseren.
- veralgemeniseerden — w. Meervoud verleden tijd van veralgemeniseren.
- veralgemeniseert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veralgemeniseren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veralgemeniseren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van veralgemeniseren.
- veralgemeniseren — w. Overgankelijk algemeen maken, veralgemenen.
- veralgemeniserend — w. Onvoltooid deelwoord van veralgemeniseren.
- veralgemeniserende — w. Verbogen vorm van veralgemeniserend, het onvoltooid deelwoord…
Zie deze lijst voor:
| |