Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 7 8 9 11 12 13 14
Er zijn 24 woorden bevattend met VIJLTvijlt —— afvijlt vijlt␣af vijltje —— aanvijlt bijvijlt vijlt␣aan vijlt␣bij vijltjes —— zoetvijlt —— houtvijltje plat␣vijltje puntvijltje raspvijltje zaagvijltje zoetvijltje —— houtvijltjes nagelvijltje puntvijltjes raspvijltjes zaagvijltjes zoetvijltjes —— nagelvijltjes —— platte␣vijltjes 37 definities gevonden- vijlt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vijlen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vijlen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vijlen.
- afvijlt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvijlen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvijlen.
- vijlt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvijlen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvijlen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afvijlen.
- vijltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vijl.
- aanvijlt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvijlen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvijlen.
- bijvijlt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijvijlen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijvijlen.
- vijlt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvijlen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvijlen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanvijlen.
- vijlt␣bij — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijvijlen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijvijlen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bijvijlen.
- vijltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord vijl.
- zoetvijlt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zoetvijlen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zoetvijlen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van zoetvijlen.
- houtvijltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord houtvijl.
- plat␣vijltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord platte vijl.
- puntvijltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord puntvijl.
- raspvijltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord raspvijl.
- zaagvijltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zaagvijl.
- zoetvijltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zoetvijl.
- houtvijltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord houtvijl.
- nagelvijltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord nagelvijl.
- puntvijltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord puntvijl.
- raspvijltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord raspvijl.
- zaagvijltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zaagvijl.
- zoetvijltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zoetvijl.
- nagelvijltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord nagelvijl.
- platte␣vijltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord platte vijl.
|