Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 7 8 9 10 11
Er zijn 15 woorden bevattend met VINDTbevindt goedvindt hervindt ondervindt plaatsvindt terugvindt uitvindt vindt vind␣terug vindt␣goed vindt␣plaats vindt␣terug vindt␣uit vindt␣weer weervindt 40 definities gevonden- bevindt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevinden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevinden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bevinden.
- goedvindt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van goedvinden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van goedvinden.
- hervindt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hervinden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hervinden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van hervinden.
- ondervindt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ondervinden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ondervinden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ondervinden.
- plaatsvindt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsvinden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsvinden.
- terugvindt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugvinden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugvinden.
- uitvindt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvinden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvinden.
- vindt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vinden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vinden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vinden.
- vind␣terug — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugvinden. — w. Gebiedende wijs van terugvinden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugvinden.
- vindt␣goed — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van goedvinden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van goedvinden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van goedvinden.
- vindt␣plaats — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsvinden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsvinden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van plaatsvinden.
- vindt␣terug — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugvinden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugvinden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van terugvinden.
- vindt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvinden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvinden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitvinden.
- vindt␣weer — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weervinden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weervinden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van weervinden.
- weervindt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weervinden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weervinden.
|