|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 18
Er zijn 22 woorden bevattend met VITALvitalist —— vitalisme —— vitaliseer vitalisten vitaliteit —— vitaliseert vitaliseren —— revitaliseer vitaliseerde vitaliserend vitalistisch vitaliteiten —— revitaliseert revitaliseren vitaliseerden vitaliserende —— revitaliseerde revitaliserend —— revitaliseerden revitaliserende —— vitale␣capaciteit —— vitale␣capaciteiten 33 definities gevonden- vitalist — n. Iemand die gelooft dat er voor het leven meer krachten en natuurwetten… — n. (Kunst) schrijver die schrijft in de stijl van het vitalisme.
- vitalisme — n. (Letterkunde) literaire stroming in Nederland en Vlaanderen… — n. (Filosofie) filosofische leer die zegt dat het leven niet alleen…
- vitaliseer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vitaliseren. — w. Gebiedende wijs van vitaliseren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vitaliseren.
- vitalisten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vitalist.
- vitaliteit — n. Het vitaal zijn, de energie om te leven, levenskracht. — n. Levensduur.
- vitaliseert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vitaliseren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vitaliseren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vitaliseren.
- vitaliseren — w. Het (opnieuw) actief of levendig maken van iets; zorgen dat…
- revitaliseer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van revitaliseren. — w. Gebiedende wijs van revitaliseren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van revitaliseren.
- vitaliseerde — w. Enkelvoud verleden tijd van vitaliseren.
- vitaliserend — w. Onvoltooid deelwoord van vitaliseren.
- vitalistisch — bijv. Betrekking hebbend op het vitalisme.
- vitaliteiten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vitaliteit.
- revitaliseert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van revitaliseren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van revitaliseren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van revitaliseren.
- revitaliseren — w. Overgankelijk weer tot leven brengen, nieuw leven inblazen.
- vitaliseerden — w. Meervoud verleden tijd van vitaliseren.
- vitaliserende — w. Verbogen vorm van vitaliserend, het onvoltooid deelwoord van vitaliseren.
- revitaliseerde — w. Enkelvoud verleden tijd van revitaliseren.
- revitaliserend — w. Onvoltooid deelwoord van revitaliseren.
- revitaliseerden — w. Meervoud verleden tijd van revitaliseren.
- revitaliserende — w. Verbogen vorm van revitaliserend, het onvoltooid deelwoord van revitaliseren.
- vitale␣capaciteit — n. (Medisch) nuttige longinhoud.
- vitale␣capaciteiten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vitale capaciteit.
Zie deze lijst voor:
| |