|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15
Er zijn 15 woorden bevattend met VRIJPvrijpleit —— vrijpartij vrijplaats vrijpostig —— vrijpleiten vrijpleitte —— vrijpartijen vrijplaatsen vrijpleitend vrijpleitten —— vrijpartijtje vrijpleitende —— vrijpartijtjes vrijpostigheid —— vrijpostigheden 21 definities gevonden- vrijpleit — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vrijpleiten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vrijpleiten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vrijpleiten.
- vrijpartij — n. De liefde bedrijven met een partner.
- vrijplaats — n. Een plaats waar zaken ongestraft blijven die elders verboden zijn. — n. Een plaats waar je naar toe kunt vluchten als je vervolgd wordt.
- vrijpostig — bijv. Zich niet gebonden voelend aan de goede zeden, hinderlijk-brutaal.
- vrijpleiten — w. Overgankelijk (juridisch) door pleiten vrijspraak verwerven… — w. Wederkerend aantonen of betogen dat men aan iets niet schuldig is. — w. Wederkerend aantoonen of betoogen dat men niet aan iets schuldig is.
- vrijpleitte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van vrijpleiten.
- vrijpartijen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vrijpartij.
- vrijplaatsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vrijplaats.
- vrijpleitend — w. Onvoltooid deelwoord van vrijpleiten.
- vrijpleitten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van vrijpleiten.
- vrijpartijtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vrijpartij.
- vrijpleitende — w. Verbogen vorm van vrijpleitend, het onvoltooid deelwoord van vrijpleiten.
- vrijpartijtjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord vrijpartij.
- vrijpostigheid — n. Te vrij in handelen en uiten met name als het gaat om seksueel… — n. Vrij in handelen en sprken, open en eerlijk.
- vrijpostigheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vrijpostigheid.
| |