Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Er zijn 21 woorden bevattend met VOORREvoorrem —— voorreed —— voorrecht voorreden voorreken —— voorrekent voorremmen —— bevoorrecht voorrechten voorrechtje voorrekende voorrekenen —— voorrechtjes voorrekenden voorrekenend —— bevoorrechten bevoorrechtte voorrekenende —— bevoorrechtend bevoorrechtten —— bevoorrechtende 25 definities gevonden- voorrem — n. Mechanisme dat de snelheid van een voorwiel vermindert.
- voorreed — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voorrijden.
- voorrecht — n. (Juridisch) recht, aan een persoon of een lichaam boven anderen toegekend. — n. Omstandigheid waardoor men begunstigd is.
- voorreden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van voorrijden.
- voorreken — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorrekenen.
- voorrekent — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorrekenen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorrekenen.
- voorremmen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord voorrem.
- bevoorrecht — bijv. Rechten genietend die vele anderen niet bezitten. — bijv. Overdrachtelijk: aangename zaken genietend die velen niet bezitten. — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van bevoorrechten#gebiedende…
- voorrechten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord voorrecht.
- voorrechtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord voorrecht.
- voorrekende — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voorrekenen.
- voorrekenen — w. Iemand niet alleen maar de uitkomst van een rekensom laten…
- voorrechtjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord voorrecht.
- voorrekenden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van voorrekenen.
- voorrekenend — w. Onvoltooid deelwoord van voorrekenen.
- bevoorrechten — w. Overgankelijk bijzondere rechten toekennen aan de één boven de ander.
- bevoorrechtte — w. Enkelvoud verleden tijd van bevoorrechten.
- voorrekenende — w. Verbogen vorm van voorrekenend, het onvoltooid deelwoord van voorrekenen.
- bevoorrechtend — w. Onvoltooid deelwoord van bevoorrechten.
- bevoorrechtten — w. Meervoud verleden tijd van bevoorrechten.
- bevoorrechtende — w. Verbogen vorm van bevoorrechtend, het onvoltooid deelwoord van bevoorrechten.
|