Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 16 17
Er zijn 25 woorden bevattend met VOORTEvoorteken voortekende voortekenden voortekenen voortekenend voortekenende voortekening voortekeningen voortekeningetje voortekeningetjes voortekens voortekent voortekentje voortekentjes voortel voortelde voortelden voortellen voortellend voortellende voortelt voortent voortenten voortentje voortentjes 31 definities gevonden- voorteken — n. Een min of meer vaag signaal dat aan een gebeurtenis voorafgaat. — n. (Wiskunde) het voor een getal genoteerde plus- of minteken. — n. (Muziek) een symbool op of tussen de lijnen van een notenbalk…
- voortekende — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voortekenen.
- voortekenden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van voortekenen.
- voortekenen — w. Vooraf, van tevoren tekenen. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord voorteken.
- voortekenend — w. Onvoltooid deelwoord van voortekenen.
- voortekenende — w. Verbogen vorm van voortekenend, het onvoltooid deelwoord van voortekenen.
- voortekening — n. (Muziek) de aan het begin van elke notenbalk geplaatste symbolen…
- voortekeningen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord voortekening.
- voortekeningetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord voortekening.
- voortekeningetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord voortekening.
- voortekens — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord voorteken.
- voortekent — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortekenen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortekenen.
- voortekentje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord voorteken.
- voortekentjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord voorteken.
- voortel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortellen.
- voortelde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voortellen.
- voortelden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van voortellen.
- voortellen — w. Voor de ogen van de ontvanger tellend overhandigen.
- voortellend — w. Onvoltooid deelwoord van voortellen.
- voortellende — w. Verbogen vorm van voortellend, het onvoltooid deelwoord van voortellen.
- voortelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortellen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortellen.
- voortent — n. Een gedeelte van een tent dat voor de rest van de tent staat… — n. Een tent die voor een caravan staat woorin niet geslapen wordt.
- voortenten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord voortent.
- voortentje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord voortent.
- voortentjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord voortent.
|