|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een negende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 15 16 17 19 20
Er zijn 24 woorden bevattend met VERLEDENarbeidsverleden arbeidsverledens eerverleden familieverleden familieverledens jazzverleden naziverleden naziverledens onderwijsverleden oorlogsverleden oorlogsverledens overleden overledene overledenen verleden verleden␣deelwoord verleden␣deelwoorden verleden␣deelwoordje verleden␣deelwoordjes verledens verleden␣tijd verledentje verledentjes voltooid␣verleden␣tijd 30 definities gevonden- arbeidsverleden — n. De opsomming van alle arbeid die men in het verleden gedaan heeft. — n. Werkervaring.
- arbeidsverledens — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord arbeidsverleden.
- eerverleden — bijv. (Tijdrekening) voorafgaand aan verleden; twee periodes in het verleden.
- familieverleden — n. Dat wat vroeger gebeurd is in een groep bloedverwanten.
- familieverledens — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord familieverleden.
- jazzverleden — n. (Muziek) vroeger betrokken geweest met jazz.
- naziverleden — n. (Politiek) een verleden waarin sprake was van deelname aan nazipraktijken.
- naziverledens — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord naziverleden.
- onderwijsverleden — n. Het onderwijs dat men eerder in zijn leven heeft genoten. — n. Vooropleiding.
- oorlogsverleden — n. Wat er vroeger in de oorlog gebeurd is, wat iemand heeft gedaan…
- oorlogsverledens — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord oorlogsverleden.
- overleden — bijv. Gestorven, doodgegaan. — w. Meervoud verleden tijd van overlijden. — w. Voltooid deelwoord van overlijden.
- overledene — n. Iemand die gestorven is, de dode.
- overledenen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord overledene.
- verleden — n. De voorafgaande tijd, dat wat voorbij is. — bijv. Voorafgaand aan de huidige; voorbij. — w. Meervoud verleden tijd van verlijden.
- verleden␣deelwoord — n. Vorm van het werkwoord die gebruikt wordt om de voltooide tijden…
- verleden␣deelwoorden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord verleden deelwoord.
- verleden␣deelwoordje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord verleden deelwoord.
- verleden␣deelwoordjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord verleden deelwoord.
- verledens — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord verleden.
- verleden␣tijd — n. (Taalkunde) geeft aan dat een handeling zich in het verleden afspeelde.
- verledentje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord verleden.
- verledentjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord verleden.
- voltooid␣verleden␣tijd — n. (Grammatica) een vorm van de verleden tijd die meestal bestaat…
| |