|
Lijst met woorden van 8 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 21
Er zijn 20 woorden van acht letters bevattend met WEKEafwekend bezweken bidweken inwekend kwekende kweken␣op kwekerij lesweken losweken midweken ontweken opkweken topweken uitweken verweken wekelijk wekeling wekeneis weken␣los weken␣uit 28 definities gevonden- afwekend — w. Onvoltooid deelwoord van afweken.
- bezweken — w. Meervoud verleden tijd van bezwijken. — w. Voltooid deelwoord van bezwijken.
- bidweken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bidweek.
- inwekend — w. Onvoltooid deelwoord van inweken.
- kwekende — w. Verbogen vorm van kwekend, het onvoltooid deelwoord van kweken.
- kweken␣op — w. Meervoud tegenwoordige tijd van opkweken.
- kwekerij — n. (Bedrijf) (landbouw) plaats waar bomen, planten, fruit e.d. gekweekt worden.
- lesweken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord lesweek.
- losweken — w. Door weken in water of ander oplosmiddel niet meer verbonden… — w. (Figuurlijk) op een actieve manier losmaken van iets of iemand anders. — w. (Figuurlijk) zich op een actieve manier losmaken van iets of iemand anders.
- midweken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord midweek.
- ontweken — w. Meervoud verleden tijd van ontwijken. — w. Voltooid deelwoord van ontwijken.
- opkweken — w. Overgankelijk het grootbrengen van planten.
- topweken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord topweek.
- uitweken — w. Door weken laten verdwijnen. — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitwijken.
- verweken — w. Ergatief geleidelijk zachter worden. — w. Overgankelijk zachter maken.
- wekelijk — bijv. Pafferig. — bijv. Wekelijks.
- wekeling — n. Iemand die te zeer verwend en vertroeteld is en daardoor niet…
- wekeneis — n. (Economie) voorwaarde om in aanmerking te komen voor een werkeloosheidsuitkeri…
- weken␣los — w. Meervoud tegenwoordige tijd van losweken.
- weken␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitweken. — w. Meervoud verleden tijd van uitwijken.
| |