|
Lijst met woorden van 11 letters bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Er zijn 24 woorden van elf letters bevattend met WACHTEafwachtende baanwachter boswachters brugwachter dijkwachten dijkwachter inzwachtelt kustwachten kustwachter lijfwachten omzwachtelt opwachtende parkwachter seinwachter veldwachter verwachtend voorwachten wachtertjes zaalwachten zaalwachter zwachtelden zwachtelend zwachtelt␣in zwachteltje 31 definities gevonden- afwachtende — w. Verbogen vorm van afwachtend, het onvoltooid deelwoord van afwachten.
- baanwachter — n. (Beroep) beambte die toezicht op een deel van een spoorweg houdt.
- boswachters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord boswachter.
- brugwachter — n. (Beroep) beambte die een beweegbare brug bedient.
- dijkwachten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord dijkwacht.
- dijkwachter — n. (Waterbeheer) persoon die zich, vaak als vrijwilliger, in tijd…
- inzwachtelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzwachtelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzwachtelen.
- kustwachten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kustwacht.
- kustwachter — n. (Beroep) iemand die op een kustwachtpost werkt. — n. (Scheepvaart) schip voor de kustbewaking.
- lijfwachten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord lijfwacht.
- omzwachtelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzwachtelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzwachtelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van omzwachtelen.
- opwachtende — w. Verbogen vorm van opwachtend, het onvoltooid deelwoord van opwachten.
- parkwachter — n. (Beroep) opzichter in een (natuur)park.
- seinwachter — n. (Beroep) iemand die de seinen van een spoorweg bedient. — n. (Beroep) iemand die andere mensen waarschuwt voor gevaar.
- veldwachter — n. (Ordehandhaving) (beroep) (geschiedenis) (voor 1945:) een ordehandhaver…
- verwachtend — w. Onvoltooid deelwoord van verwachten.
- voorwachten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord voorwacht.
- wachtertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord wachter.
- zaalwachten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zaalwacht.
- zaalwachter — n. (Beroep) een bewaker van een zaal.
- zwachtelden — w. Meervoud verleden tijd van zwachtelen.
- zwachtelend — w. Onvoltooid deelwoord van zwachtelen.
- zwachtelt␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzwachtelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzwachtelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van inzwachtelen.
- zwachteltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zwachtel.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: geen woord
- Frans WikiWoordenboek: 1 woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 26 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
| |