|
Lijst met woorden van 11 letters bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Er zijn 24 woorden van elf letters bevattend met WINTERdoorwintert overwintert winteravond winterdagen winterdagje wintereiken wintergraan winterharen winterjasje winterkleed winterkoren winterlinde wintermaand winternacht winterpenen winterslaap wintersport winterstops winterstorm wintertarwe wintert␣door wintertenen wintervacht winterwende 36 definities gevonden- doorwintert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorwinteren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorwinteren. — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorwinteren.
- overwintert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overwinteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overwinteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van overwinteren.
- winteravond — n. (Tijdrekening) de uren tussen de middag en de nachtelijke uren…
- winterdagen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord winterdag.
- winterdagje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord winterdag.
- wintereiken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord wintereik.
- wintergraan — n. Graan dat men in de late zomer of herfst zaait en de winter kan doorstaan.
- winterharen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord winterhaar.
- winterjasje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord winterjas.
- winterkleed — n. (Meteorologie) laag witte sneeuw die in de winter over het land kan liggen. — n. (Kleding) warme kleding die geschikt is voor het koude jaargetijde. — n. (Vogels) het verenkleed dat de vogel aanneemt in het niet-broedseizoen.
- winterkoren — n. (Plantkunde) (landbouw) graan dat laat in de zomer of vroeg…
- winterlinde — n. (Bloemplanten) bepaald soort loofboom, Tilia cordata , die…
- wintermaand — n. (Meteorologie) de eerste, tweede of de twaalfde maand van het jaar. — n. Oude naam voor de twaalfde maand van het kalenderjaar.
- winternacht — n. (Tijdrekening) de uren tussen de avond en de ochtend van een… — n. (Meteorologie) een nacht in december, januari of februari.
- winterpenen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord winterpeen.
- winterslaap — n. (Fysiologie) een toestand van hypothermie en inactiviteit bij… — n. (Fysiologie) een toestand van inactiviteit bij sommige organismen.
- wintersport — n. (Sport), sport die in de winter beoefend wordt. — n. Vakantiereis naar een plaats waar men kan skiën.
- winterstops — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord winterstop.
- winterstorm — n. (Meteorologie) een storm die in het jaargetijde van de winter woedt.
- wintertarwe — n. (Plantkunde) tarwe die in de late zomer of vroege herfst wordt…
- wintert␣door — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorwinteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorwinteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorwinteren.
- wintertenen — n. Jeukende zwelling van tenen en-of vingers in de winter.
- wintervacht — n. Is de behaarde huid van een zoogdier in de winter.
- winterwende — n. (Astronomie)de gebeurtenis waarbij de zon, vanuit de aarde…
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 62 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 13 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 54 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
| |