Lijst met woorden van 5 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vierde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 21 woorden van vijf letters bevattend met ZIEafzie bezie euzie inzie nazie omzie opzie ruzie Suzie zie␣af ziedt zie␣in zieke ziekt ziele zie␣na ziend ziens zie␣om zie␣op ziezo 45 definities gevonden- afzie — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzien. — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van afzien.
- bezie — n. (Erfwoord) (fruit) (verouderd) besachtige vrucht. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezien. — w. Gebiedende wijs van bezien.
- euzie — n. Overstekende dakrand waar geen dakgoot aan vast zit.
- inzie — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzien. — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van inzien.
- nazie — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nazien. — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van nazien.
- omzie — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzien. — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van omzien.
- opzie — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzien. — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van opzien.
- ruzie — n. Toestand waarin men in conflict is met anderen. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ruziën. — w. Gebiedende wijs van ruziën.
- Suzie — eig. (Vrouwelijke naam) meisjesnaam.
- zie␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzien. — w. Gebiedende wijs van afzien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzien.
- ziedt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zieden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zieden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van zieden.
- zie␣in — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzien. — w. Gebiedende wijs van inzien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzien.
- zieke — n. Iemand die ziek is.
- ziekt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zieken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zieken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van zieken.
- ziele — n. Datief vrouwelijk van ziel, archaïsche vorm die in enkele staande…
- zie␣na — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nazien. — w. Gebiedende wijs van nazien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nazien.
- ziend — bijv. Met de ogen waarnemend, bezig met zien. — w. Onvoltooid deelwoord van zien.
- ziens — w. Genitief (partitief) van zien.
- zie␣om — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzien. — w. Gebiedende wijs van omzien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzien.
- zie␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzien. — w. Gebiedende wijs van opzien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzien.
- ziezo — tuss. Uitroep van opluchting.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 13 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 18 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: 1 woord
- Duits WikiWoordenboek: 15 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|