|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 19 woorden van tien letters bevattend met ZAALachterzaal balzaaltje bijzaaltje dagzaaltje eetzaaltje gehoorzaal gymzaaltje muziekzaal rechtszaal ridderzaal Ridderzaal toneelzaal zaalartsen zaalartsje zaalgeluid zaalhockey zaalhouder zaalzuster ziekenzaal 19 definities gevonden- achterzaal — n. Een zaal die ligt achter een andere (hoofd)ruimte in een gebouw.
- balzaaltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord balzaal.
- bijzaaltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bijzaal.
- dagzaaltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord dagzaal.
- eetzaaltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord eetzaal.
- gehoorzaal — n. (Kunst) zaal voor voordrachten, colleges, muziekuitvoeringen enz.
- gymzaaltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord gymzaal.
- muziekzaal — n. Een grote ruimte in een gebouw waar men muziekuitvoeringen kan geven.
- rechtszaal — n. (Juridisch) de ruimte waar een rechtszitting gehouden wordt.
- ridderzaal — n. (Bouwkunde) grote zaal in een kasteel, die kon dienen als plaats…
- Ridderzaal — eig. (Bouwkunde), (regering) (Nederland) grote, middeleeuwse hal…
- toneelzaal — n. (Toneel) ruimte waarin men een toneelstuk voor een publiek kan spelen.
- zaalartsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zaalarts.
- zaalartsje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zaalarts.
- zaalgeluid — n. Het geluid van een zaal.
- zaalhockey — n. Hockey dat wordt gespeeld in een zaal.
- zaalhouder — n. Iemand die een zaal in beheer houdt.
- zaalzuster — n. Een verpleegster die werkzaam is op een zaal.
- ziekenzaal — n. Zaal (in een ziekenhuis) waarin de zieken verblijven.
| |