|
Lijst met woorden van 11 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van elf letters bevattend met ZIJNazijnachtig azijnethers azijnmoeren azijnpisser azijnsausen azijnsausje azijnsauzen azijnzeiker bierazijnen bijeenzijnd bombazijnen dierwelzijn dragonazijn erop␣uit␣zijn inmaakazijn karmozijnen kozijnanker magazijnier magazijntje natuurazijn wijnazijnen zijnentwege zijnerzijds 23 definities gevonden- azijnachtig — bijv. Gelijkend op, of eigenschappen hebbend van azijn.
- azijnethers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord azijnether.
- azijnmoeren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord azijnmoer.
- azijnpisser — n. (Informeel) zo’n zuurpruim dat hij wel azijn moet pissen.
- azijnsausen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord azijnsaus.
- azijnsausje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord azijnsaus.
- azijnsauzen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord azijnsaus.
- azijnzeiker — n. (Informeel) zo’n zuurpruim dat hij wel azijn moet zeiken.
- bierazijnen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bierazijn.
- bijeenzijnd — w. Onvoltooid deelwoord van bijeenzijn.
- bombazijnen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bombazijn.
- dierwelzijn — n. De gezondheid en het welbevinden van dieren.
- dragonazijn — n. (Voeding) azijn gekruid met dragon.
- erop␣uit␣zijn — w. Iets als doel hebben.
- inmaakazijn — n. (Voeding) azijn om in te maken.
- karmozijnen — bijv. Een bepaalde kleur purperrood bevattend.
- kozijnanker — n. (Bouwkunde) beugel, meestal van ijzer, bedoeld om bij gebouwen…
- magazijnier — n. (Beroep) iemand die werkt in een magazijn.
- magazijntje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord magazijn.
- natuurazijn — n. (Voeding) door natuurlijke gisting verkregen azijn.
- wijnazijnen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord wijnazijn.
- zijnentwege — bijw. Vanwege hem, wat hem betreft.
- zijnerzijds — bijw. Van zijn kant.
| |