Lijst met woorden van 7 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 20
Er zijn 19 woorden van zeven letters bevattend met ZAAGafzaagt bezaagd gezaagd inzaagt kapzaag omzaagt uitzaag verzaag zaagbek zaagbok zaagdak zaagden zaagjes zaagsel zaagt␣af zaagt␣in zaagt␣om zaag␣uit zaagvis 32 definities gevonden- afzaagt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzagen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzagen.
- bezaagd — bijv. Van hout dat het gezaagd maar (nog) niet geschaafd is.
- gezaagd — bijv. (Plantkunde) (van een bladrand) voorzien van tandjes net als een zaag.
- inzaagt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzagen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzagen.
- kapzaag — n. (Gereedschap) zaag voor fijn timmerwerk (dwars op de draad).
- omzaagt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzagen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzagen.
- uitzaag — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzagen.
- verzaag — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzagen. — w. Gebiedende wijs van verzagen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzagen.
- zaagbek — n. Één van een aantal eendensoorten uit het geslacht Mergus die…
- zaagbok — n. Een meestal houten constructie waarop men een te zagen voorwerp kan plaatsen.
- zaagdak — n. Een dak met een of twee schuine vlakken, waarbij de een korter…
- zaagden — w. Meervoud verleden tijd van zagen.
- zaagjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zaag#verkleinwoord…
- zaagsel — n. Een uit houtvezels bestaande stof die ontstaat bij het zagen van hout.
- zaagt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzagen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzagen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afzagen.
- zaagt␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzagen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzagen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van inzagen.
- zaagt␣om — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzagen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzagen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van omzagen.
- zaag␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzagen. — w. Gebiedende wijs van uitzagen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzagen.
- zaagvis — n. (Vissen) een haaiachtige vis met aan de kop een zaagvormig uitsteeksel.
|