Lijst met woorden van 9 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Er zijn 22 woorden van negen letters bevattend met ZAAIbamzaaide bamzaaien bezaaiden bezaaiend bezaaiing haatzaait inzaaiden inzaaiend uitzaaide uitzaaien zaaibedje zaaiden␣in zaaide␣uit zaaien␣uit zaaiertje zaaigraan zaaiklaar zaaikoren zaait␣haat zaaiuitje zaaizaden zaaizakje 27 definities gevonden- bamzaaide — w. Enkelvoud verleden tijd van bamzaaien.
- bamzaaien — w. Inergatief (spel) een kroegspel met lucifers, waarvan de verliezer…
- bezaaiden — w. Meervoud verleden tijd van bezaaien.
- bezaaiend — w. Onvoltooid deelwoord van bezaaien.
- bezaaiing — n. Dat wat gezaaid is. — n. Het inzaaien van een stuk grond, ook figuurlijk gebruikt.
- haatzaait — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van haatzaaien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van haatzaaien.
- inzaaiden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van inzaaien.
- inzaaiend — w. Onvoltooid deelwoord van inzaaien.
- uitzaaide — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitzaaien.
- uitzaaien — w. Zaden over een oppervlakte verspreiden. — w. Bij kanker dat de kanker op andere dan de oorspronkelijke plaats…
- zaaibedje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zaaibed.
- zaaiden␣in — w. Meervoud verleden tijd van inzaaien.
- zaaide␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitzaaien.
- zaaien␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitzaaien.
- zaaiertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zaaier.
- zaaigraan — n. Graan dat bedoeld is om te zaaien.
- zaaiklaar — bijv. (Landbouw) grond gereed om in te zaaien.
- zaaikoren — n. Het koren dat bestemd en/of gebruikt wordt voor het zaaien.
- zaait␣haat — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van haatzaaien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van haatzaaien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van haatzaaien.
- zaaiuitje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zaaiui.
- zaaizaden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zaaizaad.
- zaaizakje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zaaizak.
|