|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Er zijn 22 woorden bevattend met ZEISzeis —— Zeist —— zeisen zeisje Zeists —— zeisens zeisjes Zeister Zeistse —— zeisende zeisenen Zeistsen —— zeisenman zeispreuk —— farizeïsch farizeïsme Zeistenaar zeisvormig —— zeispreuken zeispreukje Zeistenaren —— zeispreukjes 25 definities gevonden- zeis — n. (Landbouw) (gereedschap) landbouwwerktuig bestaande uit een…
- Zeist — eig. (Toponiem) een stad in Nederland, gelegen in de provincie Utrecht.
- zeisen — n. (Verouderd) zeis zn. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zeis. — w. Overgankelijk met een zeis grassen of granen maaien.
- zeisje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zeis.
- Zeists — bijv. (Demoniem) op Zeist betrekking hebbend.
- zeisens — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zeisen.
- zeisjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zeis.
- Zeister — bijv. (Demoniem) op Zeist betrekking hebbend.
- Zeistse — n. (Demoniem) een vrouwelijke inwoner van Zeist, of een vrouw…
- zeisende — w. Verbogen vorm van zeisend, het onvoltooid deelwoord van zeisen.
- zeisenen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zeisen.
- Zeistsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Zeistse.
- zeisenman — n. Een man met een zeis als verpersoonlijking van de dood.
- zeispreuk — n. Een apologisch gezegde met zelfspot, vaak in de vorm van een…
- farizeïsch — bijv. (Jiddisch-Hebreeuws) van de farizeeën. — bijv. (Jiddisch-Hebreeuws) als (van) een farizeeër, schijnheilig.
- farizeïsme — n. Het zich gedragen als een farizeeër (een huichelaar).
- Zeistenaar — n. (Demoniem) een inwoner van Zeist, of iemand afkomstig uit Zeist.
- zeisvormig — bijv. De vorm van een zeis hebbende.
- zeispreuken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zeispreuk.
- zeispreukje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zeispreuk.
- Zeistenaren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Zeistenaar.
- zeispreukjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zeispreuk.
Zie deze lijst voor:
| |