Lijst met woorden van 8 letters bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 7 8 9 10 11 12 13 14 16 17 19 20
Er zijn 13 woorden van acht letters bevattend met ZEILTaanzeilt meezeilt ontzeilt uitzeilt verzeilt wegzeilt zeezeilt zeilt␣aan zeilteam zeiltjes zeilt␣mee zeilt␣uit zeilt␣weg 32 definities gevonden- aanzeilt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzeilen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzeilen.
- meezeilt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meezeilen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meezeilen.
- ontzeilt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontzeilen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontzeilen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontzeilen.
- uitzeilt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzeilen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzeilen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitzeilen.
- verzeilt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzeilen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzeilen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verzeilen.
- wegzeilt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegzeilen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegzeilen.
- zeezeilt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zeezeilen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zeezeilen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van zeezeilen.
- zeilt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzeilen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzeilen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanzeilen.
- zeilteam — n. (Scheepvaart) het team van mensen dat met een zeilboot zeilt.
- zeiltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zeil.
- zeilt␣mee — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meezeilen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meezeilen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van meezeilen.
- zeilt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzeilen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzeilen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitzeilen.
- zeilt␣weg — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegzeilen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegzeilen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van wegzeilen.
|