Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 8 9 12 13 14 15 16 17 18 19
Er zijn 18 woorden bevattend met ZEGELTbezegelt kerstzegeltje kerstzegeltjes ontzegelt pakketzegeltje pakketzegeltjes postpakketzegeltje postpakketzegeltjes postzegeltje postzegeltjes salomonszegeltje salomonszegeltjes spaarzegeltje spaarzegeltjes verzegelt zegelt zegeltje zegeltjes 26 definities gevonden- bezegelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezegelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezegelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bezegelen.
- kerstzegeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kerstzegel.
- kerstzegeltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kerstzegel.
- ontzegelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontzegelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontzegelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontzegelen.
- pakketzegeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pakketzegel.
- pakketzegeltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord pakketzegel.
- postpakketzegeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord postpakketzegel.
- postpakketzegeltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord postpakketzegel.
- postzegeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord postzegel.
- postzegeltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord postzegel.
- salomonszegeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord salomonszegel.
- salomonszegeltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord salomonszegel.
- spaarzegeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord spaarzegel.
- spaarzegeltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord spaarzegel.
- verzegelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzegelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzegelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verzegelen.
- zegelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zegelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zegelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van zegelen.
- zegeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zegel.
- zegeltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zegel.
|