|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12
Er zijn 17 woorden bevattend met ZONDIGzondig —— zondigt —— bezondig zondigde zondigen zondiger —— bezondigt zondigden zondigend —— bezondigde bezondigen zondigende zondigheid —— bezondigden bezondigend zondigheden —— bezondigende 25 definities gevonden- zondig — bijv. (Religie) goddelijke voorschriften of verboden schendend. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zondigen. — w. Gebiedende wijs van zondigen.
- zondigt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zondigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zondigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van zondigen.
- bezondig — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezondigen. — w. Gebiedende wijs van bezondigen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezondigen.
- zondigde — w. Enkelvoud verleden tijd van zondigen.
- zondigen — w. Inergatief, (religie) het overtreden van een religieuze wet.
- zondiger — n. (Religie) iemand die zondigt, een zondaar.
- bezondigt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezondigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezondigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bezondigen.
- zondigden — w. Meervoud verleden tijd van zondigen.
- zondigend — w. Onvoltooid deelwoord van zondigen.
- bezondigde — w. Enkelvoud verleden tijd van bezondigen.
- bezondigen — w. Wederkerend zich ~ aan: zonde op zich laden.
- zondigende — w. Verbogen vorm van zondigend, het onvoltooid deelwoord van zondigen.
- zondigheid — n. Het zondig zijn; de mate waarin men zondig is; de zondige aard.
- bezondigden — w. Meervoud verleden tijd van bezondigen.
- bezondigend — w. Onvoltooid deelwoord van bezondigen.
- zondigheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zondigheid.
- bezondigende — w. Verbogen vorm van bezondigend, het onvoltooid deelwoord van bezondigen.
| |